Een conceptuele punkfontein
Sandra Smets
In januari 2022, tijdens de zoveelste sombere lockdown, veerde Rotterdam op door een optimistisch nieuwsbericht: de ontwerpplannen voor het Nelson Mandelapark waren goedgekeurd. De Maashaven zal deels worden gedempt en gevuld met een groen park met wandelpaden, bomen, grasvelden en twee hoge heuvels met een weids en machtig uitzicht over het water. Op de pastelkleurige computertekeningen is het park een toonbeeld van eeuwige jeugd, licht en helder, waar mensen staan ingetekend die er flaneren en verpozen. De straatzijde wordt een levendige stadsboulevard, aldus de media, en een plein voor de Maassilo gaat ruimte bieden aan evenementen.
Het nieuws werd met enthousiasme rond geappt door bewoners van het belendende Katendrecht, waar oprukkende nieuwbouw het laatste groen verjaagt, en op Facebook maakten mensen alvast wandelplannen om dit te combineren met de bijna aangrenzende Rijnhaven waar ook een park is beloofd, en waar alvast een onbruikbaar nepparkje ronddobbert.
Het Nelson Mandelapark zal worden ingebed tussen het industriële erfgoed van de Maassilo en de robuuste bovengrondse metrolijn, een ruig randje dat past in de woonmarketing van een stoere stad met lef. En inderdaad getuigt het van lef om de naam van mensenrechtenactivist Mandela te gebruiken voor dit front van een bevolkingspolitiek die pas nog door de Verenigde Naties was veroordeeld als schending van de mensenrechten. De VN sprak zich uit tegen de sloop van de Tweebosbuurt achter de Maashaven. Het vergroot de armoede en kwetsbaarheid van mensen, oordeelde een speciaal VN-rapporteur in 2021, en kan leiden tot dakloosheid.
Park en sloop gaan hand in hand in de gebiedsplannen waarbij het park er niet zozeer is voor de huidige bewoners van Feyenoord of Charlois. De parkplannen en kleurige muurschilderingen zijn alvast vooraankondigingen dat hier een nieuw soort stad voor nieuwe mensen komt. Dat verdient een artistieke bekroning, besloot kunstenaar Jeroen Jongeleen, en hij bedacht een prestigieus kunstwerk: een fontein. Noord heeft onder meer de Hofpleinfontein, Feijenoord had hooguit eens de fontein bij de Spaanse Trappen in Rome geclaimd. Op 13 februari wordt Jongeleens Fontein Maashaven onthuld, gelegen in de hoek bij de Maassilo en de aanlegsteiger voor watertaxi’s. Het krijgt een RVS-stoeptegel met titelgegevens en wordt opgenomen in de Internationale Beeldencollectie van Sculpture International Rotterdam, tussen de beelden van Picasso, Zadkine en Atelier van Lieshout.
Het is een fontein die spuit met een wat wisselende choreografie. Soms pruttelt het een paar uur lang zachtjes boven het wateroppervlak, andere keren produceert het een waterstraal van zeker twee meter, aldus Jongeleen. Alleen, wanneer hij precies actief is, en in welke mate, dat is onbekend. Dik kans dat de aanwezigen bij de onthulling op 13 februari naar een onbewogen water staan te kijken, met de fontein net zo’n onzichtbare belofte als heel het Nelson Mandelapark. Voor nu ligt er enkel een plas met drijvend afval, aan een bemoste kade waar ’s avonds in het donker ratten van het formaat huiskat heen en weer schieten.
Dat de fontein zo onvoorspelbaar is, komt doordat Jongeleen hem niet zelf heeft ontworpen. Toen SIR hem uitnodigde om een ingreep te doen in deze buurt, en hij zich afvroeg hoe je er in vredesnaam kunst maakt die niet wordt ingekapseld door het gentrificatiebeleid, ontdekte hij dat hier een waterafvoer ligt die af en toe water opspuit. Dat maakt Fontein Maashaven een objet trouvé, wat très chic klinkt, passend voor de kunstboulevard die SIR conform de stedelijke ontwikkelplannen van het centrum doortrekt naar Zuid, langs de Maashaven. Ook kun je de fontein linken aan de ‘Fountain’ van Duchamp of Von Freytag uit de tijd van dada, het urinoir dat de beroemdste objet trouvé uit de kunstgeschiedenis is.
Of je noemt de fontein guerrillakunst, minder chic, wat impliceert dat je wapens (waterafvoer) buitmaakt op de vijand (stadsontwikkeling) en tegen hem gebruikt als protest. Maar net zoals de anti-kunst van dada is gemusealiseerd, en vanuit graffiti ontsproten kunst in de buitenruimte onder de noemer street art in city branding wordt opgenomen, wordt uiteindelijk elk artistiek verzet onschadelijk gemaakt. Als kunstenaar moet je oppassen, weet Jongeleen die zelf in Charlois woont, waar de huizenprijzen in 2021 sneller zijn gestegen dan waar ook in Nederland. Het is te duur, kunstenaars kunnen zich er niet meer vestigen. Maar niets doen helpt ook niemand en dus besloot Jongeleen geestverwanten uit de VS en Europa te vragen voor clandestiene en anonieme ingrepen, met nul communicatie, waar misschien een bewoner wel poëzie in ziet, maar waarvoor nooit een kunsttoerist van Noord de Erasmusbrug zal oversteken naar Zuid.
Corona zaaide roet in het eten, maar de vraag bleef: kun je als kunstenaar ontkomen aan de machinaties van de stad? Door onzichtbaar te zijn? Of zijn er andere manieren? Over onzichtbaarheid kunnen we om voor de hand liggende redenen niets zeggen, maar Jongeleen lijkt in elk geval een andere strategie te bezigen: lelijkheid. De laatste jaren kalkte hij in zwarte verf politieke kreten op witte spandoeken aan hekwerken en kwastte zwarte smileys en puntenscores op elektriciteitskastjes en betonnen obstakels. Dat cryptische puntensysteem is een aanmoediging aan mensen om de stad als spel te beleven met eigen regels. Want alleen dan kun je de bepalende narratieven van hogeraf ontwijken, alleen dan kun je de stad toe-eigenen. Als niemand de spelregels kent, ben jij de baas over hoe je de stad beleeft. Niemand anders.
Speldenprikken zijn het, een achterhoedegevecht, in het niet vallend bij de glimlachende opmars van stedelijke ontwikkeling die artwashing inzet en greenwashing: volgens het persbericht heeft het Nelson Mandelapark ook een klimaatfunctie. Het dient om water op te vangen, staat er, alsof hier niet juist een enorm waterbassin ligt dat niets anders doet. Ook dient het groen voor hittebestendigheid vanwege de CO2-uitstoot. Dat is inderdaad nuttig want juist bouwactiviteit zorgt voor CO2, en in het gebied rond de Maashaven zijn de bouwplannen niet te tellen. Tegen zoveel onbedoelde ironie is geen kunst opgewassen.
Maar zolang de Maashaven nog een bemoste kade is en arme wijkbewoners blijkbaar geen parken behoeven, blijft dit gebied nog even een afvoerputje waar afval drijft, waar af en toe een toevallige fontein water ophoest, alsof het tegenpruttelt. Een punkversie van een fontein is het, asymmetrisch gelegen, onvoorspelbaar, een uiting van ongerijmdheid, een viering van de kreukelzones die worden gladgetrokken. Als dit conceptuele kunstwerk een fontein moet voorstellen, dan als ode aan de stad van de rafelranden. Een conceptuele punkfontein, dat klinkt zo lekker grootstedelijk brutaal dat het zo zou passen in ontwikkelplannen, maar dat kan lastig worden. Want deze fontein ligt precies daar waar het Nelson Mandelapark staat ingetekend. Komt het park, dan gaat deze fontein letterlijk ten onder. Opgeofferd aan de vooruitgang.